Scheidsrechtersindeling

Het is een vak apart: de scheidsrechtersindeling

Voor de duidelijkheid, met deze indeling wordt bedoeld welke scheidsrechter welk team fluit. Welke keuzes worden er gemaakt en wat zijn de beweegredenen? Waarom heeft de ene wedstrijd op een tijdstip wel een scheidsrechter toegewezen gekregen en een ander team niet?
Graag lichten we de keuzes die we bij het indelen van de scheidsrechters maken toe. Het onderstaande is afgestemd met de vereniging. We refereren aan U i.p.v. JO en MO.

Randvoorwaarden
De onderkende randvoorwaarden:

Bereidheid: Scheidsrechters zijn ook mensen

• Net als een ander hebben scheidsrechters een weekend (of een avond) waarop ze meerdere dingen kunnen, moeten en willen doen.
• Fluiten is een lichaamsbeweging en het lichaam moet dus mee werken. Net als spelers zijn scheidsrechters dus wel eens geblesseerd.
• Het is een hobby, het is een vrijwillige bijdrage aan de vereniging en/of de maatschappij. Een scheidsrechter is een vrijwilliger. We verwachten wel dat een scheidsrechter geregeld op het veld staat, maar er is geen harde eis op wanneer en hoe vaak.

Kennis en kunde

• Niet elke scheidsrechter heeft dezelfde ervaring in het fluiten. Onze jongere scheidsrechters worden bewust ingepland op een leeftijdscategorie en een wedstrijd waarvan wordt verwacht dat zij deze in hun leerproces aankunnen. Leren fluiten is een proces van vallen en opstaan en gaandeweg wordt een scheidsrechter mentaal harder. Voor de één verloopt dat proces sneller dan voor de ander.
• Scheidsrechter versus spelbegeleider. Daar waar op een hoger niveau vaak een scheidsrechter nodig is past op een lager niveau de rol van spelbegeleider beter. De geschiktheid maar ook de wensen van scheidsrechter verschilt. Waar de één de uitdaging zoekt in het optimaal functioneren van scheidsrechter beleeft de ander meer plezier in de rol van spelbegeleider. De voetbalspelregels worden uiteraard in beide categorieën gehandhaafd doch de interpretatie kan verschillen.

• Een scheidsrechter verplaatst zich tijdens een wedstrijd. De één meer dan de ander maar toch legt een scheidsrechter bij de U19 al gauw meer dan 7,5km af. Bij de U15 is dat rond de 6km. Dat is geen gewoon wandeltempo maar een intervalpatroon wat de fysiek belasting vergroot. Fysieke fitheid kan mede bepalen welke scheidsrechter meer geschikt is voor een wedstrijd.
• Zowel bij het fluiten van de jeugd als de volwassenen wordt een beroep gedaan op de mentale weerbaarheid. Bij de jeugd spelen bij toenemende leeftijd de hormonen een steeds grotere rol waardoor ook het gedrag jegens de scheidsrechter verandert.
• Mentale fitheid speelt soms ook een rol bij het type wedstrijd (staat er iets op het spel?), de bezoekende vereniging ( derby, regio west vs. Zuid) en toch ook wel het team. Verschillende culturen communiceren op een verschillende manier met een scheidsrechter. De één gaat daar makkelijker mee om dan de ander.

Partijdigheid

• Om mogelijke schijn van partijdigheid weg te nemen wordt getracht een scheidsrechter niet te vaak over een beperkte tijdsperiode te koppelen aan 1 specifiek team. Daarbij zorgt het fluiten van meerdere leeftijdscategorieën en type wedstrijden voor meer gespreide ervaring en kunde bij de scheidsrechters en zorgt het er ook voor dat spelers geen gewenning tonen aan een scheidsrechter.

De werkwijze
Grofweg proberen we vanuit de scheidsrechters de volgende prioriteit te geven bij de indeling waarbij het doel is om zoveel mogelijk wedstrijden van een clubscheidsrechter te voorzien:

1) Wanneer is welke scheidsrechter beschikbaar

• Het zijn vrijwilligers

2) Hoe fit is de scheidsrechter

• Het ligt bij de scheidsrechters zelf om aan te geven hoe fit ze zijn. Zij zullen een keuze moeten maken op leeftijdscategorie en vooraf ingeschat niveau van de wedstrijd.

3) De pupillenscheidsrechters fluiten alleen de U7 en de U9

• Onze pupillenscheidsrechters hebben een eigen opleiding gekregen maar geen officiële KNVB opleiding.
• Op basis van ervaring en ingeschatte kunde worden de pupillenscheidsrechters over de wedstrijden verdeeld.
• Hogere teams krijgen daarbij eerder een scheidsrechter toegewezen. Dit omdat het accent langzaam verplaatst van scheidsrechter naar spelbegeleider. Van ouders/trainers/begeleiders mag eerder worden verwacht dat ze kunnen begeleiden.

4) De mini’s worden begeleidt door eigen leiders

• De afweging hier is dat het voor de jeugdscheidsrechters nog een hele uitdaging is om als spelbegeleider op te treden bij de beginnende voetballertjes.

5) Hoger spelende team krijgen voorrang bij het toewijzen van een scheidsrechter

• Net als bij de pupillen verplaatst het accent van scheidsrechter naar spelbegeleider. Bij een U19 wedstrijd zal gemiddeld eerder een scheidsrechter nodig zijn dan bij een U13.
• Binnen een leeftijdscategorie zal bij een U13 1 eerder een scheidsrechter nodig zijn dan bij een U13 5.
• Op voorhand kan niet worden bepaald wat hoger is. Soms zal eerder een U17 1 dan een U19 3 een scheidsrechter toegewezen krijgen. Een MO17 speelt niet lager dan een JO17. Van geval tot geval, van wedstrijd tot wedstrijd zal moeten worden bekeken welke wedstrijd welke scheidsrechter krijgt toegewezen.

6) Risicowedstrijden krijgen eerder een scheidsrechter toegewezen

• Het bepalen of een wedstrijd bestempeld dient te worden als risicowedstrijd is niet eenvoudig. Het vaststellen of een wedstrijd een risicowedstrijd is, wordt weggelegd bij de club. Het is geen eigen beslissing van de scheidsrechters.

Het scheidsrechtercorps is voornemens bij te houden welke scheidsrechter welke wedstrijden fluit. Indien nodig kan dan inzichtelijk worden gemaakt of bovenstaande wordt toegepast. Tevens wordt bijgehouden of en aan wie gele en/of rode kaarten worden getoond.